De acceptatie van windenergie versterken door eenduidige afspraken over hoe de omgeving moet worden betrokken bij plannen voor nieuwe windmolens en windparken. Vanuit die insteek hebben Greenpeace, Milieudefensie, NedZero (voorheen NWEA), Natuur & Milieu, de Natuur- en Milieufederaties, de NLVOW en EnergieSamen de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op land opgesteld.
Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op land (pdf)Kern van de Gedragscode is dat de omgeving in een zo vroeg mogelijk stadium bij windprojecten wordt betrokken. Voor ieder project wordt in dialoog met belanghebbenden en het bevoegd gezag (bijvoorbeeld de gemeente) een participatieplan opgesteld, waarmee afspraken over participatie door burgers vast komen te liggen. Ook stelt de initiatiefnemer van een windproject een aanspreekpunt voor de omgeving aan.
Bij het opstellen van het participatieplan is het uitgangspunt altijd maatwerk. Alle windprojecten zijn immers verschillend. Het maakt bijvoorbeeld uit of het om windmolens op de Tweede Maasvlakte gaat of nabij stedelijk gebied.
Lusten en lasten verdelen
Binnen en buiten de windsector wordt hard gewerkt om de omgeving te betrekken bij windenergie. Niet alleen door compensatiebedragen beschikbaar te stellen voor de omgeving, maar ook door met omwonenden in gesprek te gaan en goed te weten op welke wijze windenergie voor de omgeving acceptabel is. Doel is om de lusten en de lasten goed te verdelen en de omgeving al in een vroeg stadium te betrekken bij windprojecten.
Daarnaast is in de praktijk gebleken dat het heel belangrijk is om van maatwerk uit te gaan. Binnen Nederland hebben wij veel verschillende landschappen, maar ook veel verschillende wensen. Daarom is maatwerk belangrijk: bij elk project in overleg met de omgeving nagaan welke behoeften er zijn, door samen in kaart te brengen waar zorgen maar ook ideeën en oplossingsmogelijkheden zitten.
Actieve rol van overheden
Brede acceptatie van windenergie is niet alleen een zaak van de initiatiefnemers van windprojecten. Ontwikkelaars van windenergie kunnen omwonenden echter alleen goed betrekken als ook de betreffende overheden een actievere rol nemen. Alleen als overheden, ontwikkelaars en natuur- en milieuorganisaties samen de omgeving betrekken kan Nederland snel bouwen aan een duurzame energievoorziening.
Als indicatie voor de financiële ruimte voor bovenwettelijke activiteiten voor acceptatie en participatie, is binnen de Gedragscode gekeken naar bedragen die in verschillende provincies gelden. Deze zijn vertaald naar een richtbedrag per MWh (0,40-0,50 EUR/MWh) per jaar omdat de financiële mogelijkheden mede afhankelijk zijn van de productie. Het rendement op windprojecten is immers begrensd en daarmee de financiële ruimte voor bovenwettelijke activiteiten.
De besteding van het bedrag zal - zoals staat in de Gedragscode - in overleg met de omgeving worden vastgesteld. Zo kan optimaal rekening gehouden worden met wensen die in het gebied leven.
In 2020 is de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land opnieuw herzien. Zo zijn de afspraken uit het Klimaatakkoord omtrent streven naar 50% lokaal eigendom toegevoegd en is er een paragraaf opgenomen over natuur en landschap.
Bindende code
De Gedragscode bindt de leden van NedZero (voorheen NWEA) aan een aantal basisprincipes ten aanzien van participatie, communicatie en het leveren van een bijdrage aan het versterken van acceptatie. Ook de natuur- en milieuorganisaties, de NLVOW en de energiecoöperaties committeren zich door ondertekening van de code aan het verbeteren van participatie waardoor acceptatie van windenergie wordt vergroot.
Meer informatie over de klachtenprocedure met betrekking tot de Gedragscode is hier te vinden.